Groene identiteit, een vast onderdeel van de citymarketing

In het artikel ‘Breda, stad in een park’ in de vorige editie van GC 2022/1, was er in de beleidsnota ‘Groenkompas’ bijzonder veel aandacht voor identiteit. Groene identiteit kunnen we zien als dat wat uniek of eigen is aan het desbetreffende ‘groen’ van een stad.

“Groen levert een belangrijke bijdrage aan de uitstraling en beleving van de stad. Dit is zowel van belang voor bezoekers, als voor de manier waarop de inwoners en gebruikers naar hun eigen buurt en stad of dorp kijken. Hoe hoger de waardering, hoe hoger het woon- en gebruiksgenot en hoe zorgzamer mensen met het groen in hun eigen omgeving omspringen.”

Dat is nu echter voor Vlaanderen wel nieuw. Veel steden pakken wel uit met citymarketing en geven daar heus wel wat geld voor uit. Bij citymarketing is het de kunst om zo goed mogelijk een stad, dorp, winkelstraat,… te profileren. De onderscheidende sterke kanten en een eigen identiteit staan hierbij centraal. Maar of ze zich daarmee steeds van elkaar onderscheiden, is iets anders. Denk maar aan de vele kerstmarkten, schaatspistes, … waarmee bijna alle steden en gemeenten mee uitpakken.

Ooit al eens gedacht aan de ‘groene identiteit’?
Dit kan vorm krijgen door de vele verschillende verschijningsvormen. De identiteit van een stad kan ook gevormd worden door aanwezigheid van groen, zoals het groene erfgoed, verschillende landschappen, parken, pocketbosjes, lanen of de weelderigheid van beplanting, veel kleur en bloemen of juist heel sober, mate van natuurlijkheid, …

Door de juiste variatie aan te brengen in de groenvoorzieningen wordt het onderscheidend vermogen versterkt en ontstaat er een groter onderscheid aan vestigingsmilieus, voor ieder wat wils. Door oog te hebben voor het oorspronkelijke gedachtengoed en door de identiteit waar mogelijk te versterken, worden belevings- en gebruikswaarde verhoogd.

Ook in Vlaanderen zijn er mooie voorbeelden hiervan. Denk maar aan Brussel met zijn ‘groene gordel’ of Brugge en Ieper met zijn historische vestingen. Een ander mooi voorbeeld is ook de associatie die we maken met de Provincie Limburg als één groen fietsparadijs.

Ik hoor het velen al zeggen. Wij hebben dergelijke zaken niet in onze stad of gemeente. Hoe beginnen we er dan aan?
Wel wat niet is kan gerealiseerd worden en vooral mee uitgepakt worden. Sint-Niklaas met zijn winkelwandellus, die onlangs nog de 1e laureaat was in onze Openbaargroen-awards in de categorie ‘Groene ader’, is daar een goed voorbeeld van.

Groene identiteit wordt zo een belangrijk item binnen de citymarketing en -branding.
Wie wordt straks de eerste stad in Vlaanderen,
met de groenste toegangspoorten,
met de natuurlijkste beplanting,
met de 500 tegeltuintjes,
met het groenste winkelcentrum,
met een tuinstraten-netwerk,
die altijd bloeit,
met prikkelarme parken,